Waar moeten goede supplementen aan voldoen, zodat je niet je geld over de balk gooit? Ten eerste is het belangrijk dat je etiketten leert lezen. Maar dan wil je natuurlijk wel weten waar je op moet letten.

Hoeveelheid werkzame stof in supplementen

Wanneer je een bv. een calciumsupplement wilt kopen maakt het nogal uit of er op een etiket staat 100 mg calciumcitraat of 100 mg calcium (citraat). In het eerste geval heb je geen idee hoeveel calcium er daadwerkelijk in de pil zit. In het tweede geval bevat de pil 100 mg calcium, zodat je zeker bent van wat je binnen krijgt.

Hoge biologische beschikbaarheid

De biologische beschikbaarheid is een maat voor de hoeveelheid van een geneesmiddel dat na toediening uiteindelijk de bloedbaan bereikt en de snelheid waarmee dit gebeurt.

Dus hoe hoger de biologische beschikbaarheid is, hoe meer er in je bloed komt en hoe meer er opgenomen kan worden. Vitaminen en mineralen zijn gebonden aan andere stoffen en deze kunnen organische (lichaamseigen) of anorganisch (lichaamsvreemd) zijn. Om goed opgenomen te worden is een binding met een organische stof daarom erg belangrijk.

Bij magnesium is de beste vorm een aminozuur gebonden mineraal, zoals bisglycinaat of taurine (in de vorm tauraat). Terwijl gebonden aan het (anorganische) oxide of hydroxide ervoor zorgt dat er maar weinig wordt opgenomen en dat het snel via de darm wordt afgevoerd. Magnesium(hydr)oxide, wat door veel producenten wordt gebruikt, zorgt voor een meer laxerende werking. Prima als dat is wat je bedoeling is, maar als je wilt dat het op andere plaatsen zijn werking doet heb je er niet zo veel aan. Goedkope supplementen bevatten vooral anorganische verbindingen. Let ook op dat er überhaupt een verbindingsvorm vermeld staat. Is dat niet het geval, laat het potje dan maar staan; je hebt zeker met de anorganische variant te maken.

Hier een overzicht:

Biologisch actieve vorm, ofwel de natuurlijke vorm

Van alle vitaminen bestaan intussen wel synthetische (niet natuurlijke) varianten. Deze moeten door het lichaam eerst worden omgezet in de natuurlijke vorm. Dit kost tijd, energie, en onnodig verbruik van andere vitaminen en mineralen. Én er zijn mensen die een erfelijk defect hebben waardoor ze dit bij bepaalde vitaminen niet kunnen.

Het is bijvoorbeeld beter om van vitamine B12 de vormen methyl-B12 (methylcobalamine) en adenosyl-B12 (adenosylcobalamine) te nemen, dan cyano-B12 (cyanocobalamine). De laatste, die eerst in de andere vormen moet worden omgezet, bevat cyanide, een neurotoxische stof, die ook in sigaretten zit. Alhoewel de hoeveelheden klein zijn moet je lichaam dit toch kwijt zien te raken en als je bv. ook een roker bent, belast je je lichaam nog eens extra met deze stof.

Ook zit er in bijna elk supplement, ook de betere, foliumzuur i.p.v. folaat. Foliumzuur is de synthetische variant van folaat. Het wordt ook regelmatig toegevoegd aan voedingsproducten, zoals bv. muesli. Folaat vind je vooral in groene (blad)groenten, zoals spinazie en broccoli.

Meer dan 50% van de Europeanen heeft een genetisch defect waardoor een van de enzymen die nodig zijn om foliumzuur om te zetten in folaat 40 tot 75% lager is. Zo kan foliumzuur gaan stapelen in het bloed, wat mogelijk schadelijk voor de gezondheid is. De vorm waarin folaat dan moet worden genomen is 5-MTHF en is bij voorkeur gebonden aan een glucosaminezout (i.p.v. calciumzout). Deze variant wordt ook wel Quatrefolic genoemd, de 4^e generatie folaat.

Zo zijn er bij vitamine B6 ook mensen die de meest gebruikte synthetische vorm Pyridoxine HCl niet goed kunnen omzetten in het benodigde Pyridoxaal-5-Fosfaat (P5P), waardoor het kan gaan stapelen in je lichaam. Klachten, zoals tintelingen in handen en voeten, kiespijnen die niet te verklaren zijn door de tandarts, pijnlijke voetzolen en pijnlijke zenuwscheuten, kunnen dan ontstaan.

Aantal pillen per dosis

Let daarnaast op het aantal pillen waaruit de dagdosis bestaat. Soms lijkt een supplement goedkoop, maar blijk je er 6 per dag van in te moeten nemen.

Zo min mogelijk hulpstoffen

Om ervoor te zorgen dat een tablet heel blijft en niet uit elkaar valt worden er stoffen, zoals magnesiumstearaat en cellulose, gebruikt. Magnesiumstearaat is synthetisch, maar wordt veel gebruikt als hulpstof in de supplementen. Cellulose is een plantaardige stof, dus vegetarisch.  En natuurlijk, dus beter dan magnesiumstearaat. Maar een softgel (zoals bv. vaak bij visolie gebruikt) is van gelatine gemaakt, wat vaak van runderen afkomstig is en dus niet vegetarisch. Maar er zijn ook vegetarische softgels verkrijgbaar.

Vrij van allergenen

Waarom zou je je lichaam onnodig extra belasten met synthetische geur, kleur en smaakstoffen? Die horen niet thuis in een gezondheidsproduct, zoals een supplement. Maar ook stoffen zoals gluten, lactose, gist, suiker, worden beter vermeden, ook al ben je niet allergisch. Hoe zuiverder, hoe minder belastend, en daarom, hoe beter voor je lichaam.

De supplementen die je in de supermarkt of bij de goedkopere drogist koopt voldoen niet aan de hierboven vermelde punten. In dit geval betekent goedkoop dus duurkoop en kun je je geld beter in je zak houden.