Oorzaken van overgangsklachten

Overgangsklachten en oorzaken

Heb jij last van overgangsklachten en wil jij weten wat je eraan kunt doen? In dit artikel vertel ik je wat de belangrijkste oorzaken van overgangs- en andere hormonale klachten zijn.

Wil je eerst nog eens lezen wat de overgang inhoudt en welke klachten je daarbij kunt hebben? Dat kan in deze blog. Of wil je eerst nog meer weten over wat hormonen zijn en wat veel voorkomende hormonale disbalansen zijn, lees dan deze blog.

Waardoor ontstaan overgangsklachten

Tijdens de overgang daalt zowel de aanmaak van oestrogeen, als die van progesteron. Deze waarden schommelen en het zijn vooral de schommelingen in oestrogeenwaarden die overgangsklachten veroorzaken.

In de aanloop naar de menopauze daalt de progesteronaanmaak sneller dan van oestrogeen. Dit proces kan al vanaf je 35e levensjaar inzetten. Hierdoor verandert de verhouding van oestrogeen en progesteron in het voordeel van oestrogeen. En veroorzaakt dit dus een relatieve oestrogeendominantie. Dit kan typische PMS klachten met zich meebrengen, zoals lange, zware en/of pijnlijke menstruaties, hoofdpijn, sneller aankomen op billen en benen. Maar ook pijnlijke en gespannen borsten, stemmingswisselingen en/of kort lontje of een opgeblazen gevoel vallen onder deze klachten.

Progesteron piekt na de eisprong en na de menopauze vindt deze eisprong niet meer plaats. Dus ook na de menopauze is er nog steeds sprake van oestrogeendominantie met de klachten die daarbij horen.

Na de overgang wordt progesteron vrijwel niet meer aangemaakt in de eierstokken. De bijnieren, die ook de stresshormonen adrenaline en cortisol aanmaken, maken nog wel een klein beetje progesteron aan. Naast aanmaak in de bijnieren wordt oestrogeen ook nog een beetje aangemaakt in de eierstokken (ovaria). En verder is er nog wat aanmaak van oestrogeen in het vetweefsel.

Factoren die overgangsklachten verergeren

Er zijn meerdere factoren die overgangsklachten en andere hormonale problemen kunnen vergroten. Hieronder licht ik de belangrijkste toe. En misschien spelen er bij jou wel meerdere tegelijkertijd.

Stress

Hiervoor heb je kunnen lezen dat de geslachtshormonen ook in de bijnieren worden aangemaakt. Dus bij veel stress maakt je lichaam meer cortisol aan, wat ook in de bijnieren gebeurt. En cortisol wordt op zijn beurt ook vanuit progesteron aangemaakt. Hoe dat zit kun je in onderstaand plaatje zien. Dus bij veel stress ontstaat een tekort aan progesteron. Dit zorgt voor een relatieve oestrogeendominantie en vergroot de onbalans tussen oestrogeen en progesteron.

Relatie geslachtshormonen en cortisol

Bovendien kan cortisol op de progesteron receptoren van de cel gaan zitten. Daarmee bezet cortisol de plek van progesteron, die daardoor zijn werk niet kan doen. (Je zou de receptor op een cel kunnen zien als een sleutelgat en het hormoon de sleutel.) Zo zie je hoe stress overgangsklachten (en ook PMS-klachten) kan verergeren. Een van de overgangsklachten is slaapproblemen. En door te weinig slaap krijg je weer meer stress en kom je zo in een negatieve spiraal terecht.

Xeno- en fyto-oestrogenen

Xeno-oestrogenen zijn stoffen uit onze omgeving die lijken op ons lichaamseigen oestrogenen. Ze hebben ook hetzelfde effect als oestrogenen, maar dan veel sterker. Zo verhinderen ze de werking van onze eigen oestrogenen. Xeno-estrogenen zijn moeilijk afbreekbaar voor de lever, die ze daarom in onze vetcellen opslaat. Er is een verband tussen deze opslag van xeno-estrogenen en allerlei aandoeningen, zoals  borst-, prostaat- en zaadbalkanker, obesitas, onvruchtbaarheid, endometriose, vroegtijdige puberteit, miskramen en diabetes.

Xeno-oestrogenen komen voornamelijk uit de petrochemische industrie en worden uit aardolie gemaakt. De eindproducten komen voor in plastics, medicijnen, kleding en meubelen (zoals brandvertragende stoffen), afwasmiddelen, bestrijdingsmiddelen, onkruidverdelgers, benzine, kleurstoffen en zoetstoffen. Maar ze zitten ook in allerlei dagelijkse verzorgingsproducten, zoals zeep, (zonnebrand)crèmes, shampoo, nagellak, cosmetica en parfums.

Fyto-oestrogenen komen voor in bepaalde voedingsmiddelen en hebben eenzelfde, maar zwakkere, werking als ons lichaamseigen oestrogeen. Ze zitten onder andere in soja en soja wordt in heel veel voedingsmiddelen verwerkt, zoals sojasaus, sojamelk, tempé, tofu. Maar ook in brood, koekjes, vleesvervangers en nog veel meer voedingsmiddelen. Daarnaast voegt de voedingsindustrie soja aan veel voedingsmiddelen toe voor de structuur, of als eiwit-vuller, of emulgator. En ook hop (bier!) is een fyto-oestrogeen. Er zijn nog wel meer fyto-oestrogenen, maar dit zijn er twee die we, zonder dat we het doorhebben, vaak binnenkrijgen.

Een te veel van xeno-oestrogenen en fyto-oestrogenen veroorzaakt oestrogeendominantie. Dit komt bij ongeveer 1 op de 4 vrouwen en mannen voor. En oestrogeendominantie zorgt weer voor heel veel klachten, zoals vermoeidheid, depressie, slecht functionerende schildklier, endometriose, vleesbomen, PCOS, PMS, vocht vasthouden en opgeblazen gevoel, slapeloosheid, stemmingswisselingen, hoofdpijn, haarverlies, ziekten van de galblaas, laag libido, borstcysten, borstkanker, fibromyalgie en baarmoederkanker.

Overgewicht

Bij overgewicht is er meer vetweefsel aanwezig. En in vetweefsel wordt extra oestrogeen aangemaakt. Hierdoor ontstaat er een relatieve oestrogeendominantie.

Insulineresistentie

Wanneer je iets eet dat suikers of koolhydraten bevat maakt de alvleesklier het hormoon insuline aan. Insuline zorgt ervoor dat suikers de cellen in kunnen komen, zodat deze brandstof krijgen voor de aanmaak van energie. Dit doen de energiefabriekjes van de cel, de mitochondriën. Deze energie wordt onder andere verbruikt door spiercellen, maar ook door cellen in je hersenen waardoor je helder kunt denken.

Hebben de cellen voldoende suiker (glucose) dan wordt de rest als voorraad in de lever en spieren opgeslagen. Deze opslagvariant van glucose heet glycogeen. Is ook de glycogeenvoorraad voldoende vol, dan zorgt insuline voor opslag van de overgebleven glucose in de vetcellen. Het gevolg van al deze processen is dat je bloedsuikerspiegel weer daalt. Dit is wat je lichaam ook hoort te doen.

Snelle koolhydraten

Maar….., eet je te veel (of te vaak) snelle koolhydraten – producten van witmeel, witte rijst, aardappelen, snoep, etc. – dan stijgt je bloedsuikerspiegel ook erg snel. Om deze hoeveelheid suiker weg te werken maakt je lichaam ook veel insuline aan. Het gevolg is dat je bloedsuikerspiegel (te) snel daalt en je een bloedsuikerdip krijgt; je krijgt last van een trillerig gevoel, je wordt hongerig en je wilt je zo snel mogelijk weer goed voelen. Je lichaam schreeuwt om ….suiker! En zo begint alles weer van voor af aan.

Chronische stress kan ook voor bloedsuikerschommelingen zorgen. Zoals je eerder hebt kunnen lezen zorgt stress voor cortisolaanmaak. En cortisol op zijn beurt zorgt er weer voor dat je lichaam suikers vrijmaakt om aan energie te komen. Door steeds veel stressmomenten te hebben, heb je dus ook veel suikerpieken én suikerdips in het bloed.

Dus zowel chronische stress, als te veel en te vaak eten van snelle koolhydraten zorgt veroorzaakt insulineresistentie, een voorloper van diabetes 2. En insulineresistentie verergert hormonale klachten. Aan de ene kant door te veel opslag van suiker in vet (oestrogeenaanmaak!); aan de andere kant door te veel aanmaak van cortisol en daarmee het verbruik van progesteron. Daarom is het heel belangrijk om je bloedsuiker stabiel te houden. Overigens niet alleen tijdens de overgang. Er zijn best veel mensen insulineresistent, zonder dat ze dit weten, door de manier waarop en hoe vaak we tegenwoordig eten.

Heb je hulp nodig bij het verminderen van je klachten?

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je weten hoe ik jou kan helpen? Neem een kijkje in ToHealth’s Shop, of lees meer over mijn dienstverlening.

De Hormoonprogramma’s van ToHealth: